De functie AMPUL VERVANGEN is niet correct uitgevoerd.

Druk tweemaal op het vinkje om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen.
Verwijder de infusieset of koppel deze af van de infusieplaats.
Verwijder de ampul.
Plaats de ampul weer terug.
Vul de infusieset.
Sluit de infusieset weer aan op de infusieplaats.
Zet je pomp in de RUN-modus.
Als foutmelding E10: AMPULFOUT wordt weergegeven tijdens het terugzetten van de aandrijfstang, moet je een nieuwe batterij in de pomp plaatsen en de procedure herhalen.

Er wordt een foutmelding voor stroomonderbreking weergegeven, als je een nieuwe batterij plaatst zonder de pomp eerst in de STOP-modus te zetten. Plaatsen van de batterij voor aanwijzingen over het vervangen van de batterij. De foutmelding kan ook worden gegeven, als de pomp is gevallen. Raadpleeg in dit geval paragraaf 7.2.1 van de gebruikshandleiding: "Wat je moet doen, als je je pomp heeft laten vallen."

Druk tweemaal op het vinkje om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. 
Je pomp wordt in de STOP-modus gezet. 
Controleer de tijd en de datum en corrigeer deze, indien deze onjuist zijn. 
Zet je pomp in de RUN-modus. Stel, indien noodzakelijk, een nieuwe bolus en / of tijdelijke basale dosering in.

Als tijdens het instellen de foutmelding E8: STROOM UITVAL wordt weergegeven, moet je je instellingen controleren.

Er is tijdens een routinematige, automatische controle van het systeem een elektronische fout ontdekt en de toediening van insuline is gestopt.

Opmerking

Je kunt de foutmelding E7: ELEKTRON. FOUT niet uitschakelen en bevestigen door op het vinkje te drukken In plaats hiervan moet je de batterij verwijderen.

Verwijder de infusieset of koppel deze af van de infusieplaats. Plaats de batterij weer terug in de pomp. Vul de infusieset. Sluit de infusieset weer aan op de infusieplaats. Zet je pomp in de RUN-modus.

Controleer na foutmelding E7: ELEKTRON. FOUT altijd je instellingen, zoals b.v. basaal profiel, tijd en datum. Als de foutmelding E7: ELEKTRON: FOUT opnieuw wordt weergegeven, kun je contact opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics voor ondersteuning. Ga over op het door je behandelteam opgestelde alternatieve behandelplan.

De resterende looptijd staat op nul. De pomp wordt in de STOP-modus gezet en kan niet langer worden gebruikt. De foutmelding E5: EINDE LOOPTIJD wordt weergegeven op de display. Voordat deze foutmelding verschijnt, zal waarschuwing W5: REST. LOOPTIJD je eraan herinneren, dat je je pomp binnenkort moet vervangen. Ga, indien noodzakelijk, over op het door je zorgverlener of gezondheidszorgteam opgestelde alternatieve behandelplan

Druk tweemaal op het vinkje om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics om de mogelijkheden om je Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp verder te gebruiken te bespreken.

Opmerking

De waarschuwing W5: REST. LOOPTIJD en de foutmelding E5: EINDE LOOPTIJD hebben betrekking op de looptijd (de totale tijdsduur, dat de pomp zich in de RUN-modus bevindt) en niet op kalenderjaren. De garantie is echter gebaseerd op de datum van aankoop van de pomp.

Automatisch uitschakelen is een veiligheidsfunctie, die de insulinetoediening stopt en een foutmelding E3: AUTOMATISCH UIT weergeeft, als er binnen een ingestelde tijdsperiode in de RUN-modus niet op een toets wordt gedrukt.

Druk tweemaal op het vinkje om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. 
Zet je pomp in de RUN-modus.

De batterij is leeg. Je moet de batterij onmiddellijk vervangen.

Waarschuwing

Na het plaatsen van een nieuwe batterij, moet je altijd controleren of de tijd en de datum op je Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp correct zijn ingesteld. Onjuiste instelling van de tijd en/of datum kan leiden tot een onjuiste toediening van insuline. Als jij, of je behandelteam de therapiegegevens elektronisch opslaat en analyseert, terwijl de tijd en de datum van de apparaten niet overeenkomen, kunnen de verkregen gegevens onbruikbaar zijn.

Druk tweemaal op het vinkje om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Vervang de batterij.

Zet je pomp in de RUN-modus.

Opmerking

Je pomp slaat de instellingen, die je hebt opgeslagen voordat de batterij leeg was, op. Als je pomp meer dan een uur zonder stroomvoorziening is geweest, moet je controleren of de tijd en de datum nog juist zijn.

De insulineampul is leeg. Je moet de ampul onmiddellijk vervangen.

Druk tweemaal op het vinkje om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. 
Koppel de infusieset af of verwijder deze van de infusieplaats.
Vervang de ampul en vul de infusieset.
Sluit de infusieset weer aan op uw infusieplaats. 
Zet je pomp in de RUN-modus.

De bloedglucosewaarde kan hoger zijn dan het meetbereik van het systeem. Zie de paragraaf Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten in het hoofdstuk Bloedglucosemetingen.

De meter kan niet worden aangezet of er wordt op de display niets weergegeven.

• De batterijen zijn leeg.Plaats nieuwe batterijen.
• De display is beschadigd. / De meter is defect. Neem contact op met Roche.
• Extreme temperaturen. Verplaats de meter naar een ruimte met een meer gematigde temperatuur. 

De toedieningshoeveelheid in het actuele tijdsblok is op basis van de ingestelde TBD zo gering, dat deze beneden de technisch mogelijke toedieningshoeveelheid van de pomp ligt. Controleer of het voor jou acceptabel is om in het tijdsblok geen insuline toe te dienen. De niet toegediende insulinehoeveelheid wordt binnen de volgende tijdsblokken alsnog toegediend.