Insulinepompen

We kunnen niet uitsluiten dat een mobiele telefoon de functie van de insulinepomp op een of andere manier kan storen. Voor alle zekerheid kunt u een mobiele telefoon bij het dragen en bellen het beste op minstens 10 cm van de insulinepomp houden. Als de werking van de Accu-Chek insulinepomp wordt gestoord, stopt de pomp automatisch met insuline afgeven en verschijnt er een foutmelding op de display. De insulinepomp is beschermd tegen de gebruikelijke elektromagnetische straling. Mensen met diabetes mogen de Accu-Chek insulinepomp nooit gebruiken in de buurt van de röntgen-, MRT- of CT-apparaten; dat geldt voor alle medische apparaten. Als er een röntgenfoto wordt gemaakt of als diabetici een MRT- of CT- scan krijgen, moeten zij de pomp dus afdoen en buiten de onderzoeksruimte bewaren. Hetzelfde geldt als iemand met diabetes in de buurt van militaire radarinstallaties komt. Bewakingssystemen in winkels of op het vliegveld hebben geen invloed op de werking van de Accu-Chek insulinepomp.

Kinderen en volwassenen merken heel snel hoe betrouwbaar en comfortabel de insulinepomp 's nachts is. Na korte tijd denken ze 's nachts helemaal niet meer aan de pomp en gaan ze gewoon slapen. De insulinepomp kan onder het hoofdkussen liggen.

De insulinepomptherapie is geen kwestie van leeftijd, maar van motivatie. De insulinepomptherapie wordt toegepast in alle leeftijdsgroepen van mensen met diabetes, van kinderen en jongeren tot senioren.

De meeste insulinepompen hebben een ampul met een volume van 3 ml. Bij de Accu-Chek Spirit Combo bijvoorbeeld heeft de ampul een volume van 3,15 milliliter. Bij een gemiddelde behoefte per dag van 50 IE (insuline U100) is dat voldoende voor ongeveer zes dagen.

De Accu-Chek insulinepompen zijn ontwikkeld en geproduceerd overeenkomstig strenge normen en kwaliteitseisen. Accu-Chek insulinepompen zijn bijzonder sterk en degelijk. De pompen zijn opgewassen tegen alle eisen van het dagelijks leven van mensen met diabetes. De pomp voert bovendien automatisch 9 miljoen functietests per dag uit en heeft uitgebreide waarschuwingsfuncties.

Uit de ervaring blijkt dat Accu-Chek insulinepompen over de hele wereld met veel succes worden gebruikt bij jonge mensen met diabetes, zowel bij kleine kinderen als bij jongeren. Voor insulinepomptherapie moet het kind een zekere discipline hebben en bereid zijn om de belangrijkste principes van de therapie te leren en na te leven. Verder moet gegarandeerd zijn dat de ouders of een andere volwassene het kind kunnen begeleiden bij de therapie. Bij kleine kinderen zijn de ouders verantwoordelijk voor de therapie.

In principe kun je alle sporten beoefenen met een insulinepomp. Het is echter wel verstandig om bij contactsporten en bepaalde watersporten de insulinepomp tijdelijk af te koppelen. Dat kun je het beste met je arts of diabetesverpleegkundige overleggen.

Een van de nadelen van de intensieve insulinetherapie met een insulinepen is dat er soms ernstige hypoglykemie kan voorkomen, vooral 's nachts. De insulinepomp kan het risico van hypoglykemie aanzienlijk beperken, omdat je een op jouw afgestemd basaal profiel kunt invoeren.

De moderne insulinepompen zijn heel klein en plat. Je kunt de insulinepomp onopvallend bedienen, iets wat niet opgaat voor de prikpen. Je kunt bijvoorbeeld een bolus afgeven zonder dat iemand daar wat van merkt. Als de pomp eenmaal is geprogrammeerd, geeft hij de basale hoeveelheid insuline automatisch af. Er bestaan bovendien allerlei accessoires, waarmee je de pomp op diverse plaatsen kunt dragen, bijvoorbeeld onder je hemd, op je beha, op het been of de arm, enzovoort. Het Accu-Chek Combo systeem bestaat uit een pomp en een bloedglucosemeter die functioneert als afstandsbediening voor de insulinepomp en die zorgt voor onopvallende bediening voor mensen met diabetes.

Ja, je moet altijd de bloedglucose controleren. Er bestaat geen systeem, dat de bloedsuiker zelf meet en op basis van deze gegevens de insulinepomp aanstuurt. De ontwikkeling van een zogenaamd “closed loop” systeem is in volle gang maar voorlopig niet toepasbaar. Voor een goede diabetesinstelling controleer je de bloedglucose op dezelfde manier als bij de intensieve insulinetherapie met een insulinepen.

Om een insulinevoorziening zoals in de natuur te bereiken wordt de insulinepomp dag en nacht gedragen. Het is echter niet zo dat je de insulinepomp altijd moet dragen. Je kunt de insulinepomp voor het douchen, sporten of vrijen tijdelijk afkoppelen. Als je de insulinepomp lange tijd niet wilt gebruiken, bijvoorbeeld voor een strandvakantie, kun je tijdelijk overschakelen op insulinetherapie met een prikpen. Dat kun je het beste met je arts of diabetesverpleegkundige overleggen.

Ja, tijdens de zwangerschap verandert de behoefte aan insuline van je lichaam verschillende keren. In de eerste weken van de zwangerschap heb je minder insuline nodig en veel vrouwen met diabetes klagen in die periode over hypoglykemie, vooral in de eerste helft van de nacht. Van week 12 tot week 14 stijgt de behoefte aan insuline langzaam en meestal na week 20 nog eens. De behoefte aan insuline van het lichaam is het hoogst vlak voor de bevalling. Tijdens de weeën daalt de insulinebehoefte drastisch, en na de geboorte heeft het lichaam aanzienlijk minder insuline nodig als voor de zwangerschap. In de periode na de bevalling neemt de insulinebehoefte geleidelijk weer toe. Vanwege deze schommelingen heb je een flexibele insulinetherapie nodig die je behoefte aan insuline optimaal vervult. Een insulinepomp kan je daarbij goed helpen.

In het algemeen geldt: hoe eerder je met de insulinepomptherapie start, hoe beter. Maar ook tijdens de zwangerschap kun je nog overschakelen op insulinepomptherapie. Dat kun je het beste met je zorgverlener of diabetesverpleegkundige overleggen.

Bijna alle vrouwen met diabetes, die voor of tijdens de zwangerschap zijn overgestapt op een insulinepomp, houden de pomp ook na de bevalling. Dat is bijvoorbeeld omdat ook tijdens de borstvoeding de behoefte aan insuline soms sterk schommelt. Of gewoon omdat de baby hun dagindeling helemaal overhoop heeft gegooid en veel flexibiliteit van ze vraagt. Met een Accu-Chek insulinepomp ben je veel beter opgewassen tegen de eisen van het dagelijks leven. Een insulinepomp wordt tegenwoordig met veel succes gebruikt door kinderen, jongeren, zwangere vrouwen en vrouwen met een kinderwens.

Bespreek deze mogelijkheid met je zorgverlener of met uw diabetesverpleegkundige. Dan kan worden bekeken of een insulinepomp voor jou of je kind geschikt is. Doorgaans vergoedt de ziektekostenverzekering of het ziekenfonds de kosten voor de Accu-Chek insulinepomp en accessoires. Een voorwaarde voor vergoeding is dat je zorgverlener van mening is dat de insulinepomptherapie voor jou noodzakelijk is.

In principe alles omdat je, afhankelijk van hoe oud je kind met diabetes is, de therapie zelf of samen met je kind moet uitvoeren. Tijdens een training krijg je de gelegenheid om de insulinepomptherapie en de Accu-Chek insulinepomp grondig te leren kennen. Het is niet ingewikkeld om met de pomp te werken en je kunt er zeker van zijn dat je er later bij problemen niet alleen voorstaat. Je arts, diabetesverpleegkundige en wij als producent zullen je begeleiden en ondersteunen.

Sommige kinderen met diabetes zijn wat onzeker als ze horen dat ze een insulinepomp moeten gaan dragen. Praktisch altijd is de onzekerheid snel voorbij, omdat ze al gauw merken dat de insulinepomp geen problemen oplevert, maar het ze juist gemakkelijker maakt. Met de pomp krijgen ze meer vrijheid en flexibiliteit. De Accu-Chek insulinepompen zijn klein en licht genoeg om in een zak van hun jeans te worden gestopt. Bij kleine kinderen raden we aan om een klein zakje te maken aan een hemd of T-shirt. Er zijn bovendien veel draagriemen en beschermhoesjes verkrijgbaar, om de insulinepomp zo eenvoudig, aangenaam en onopvallend mogelijk te dragen.