Introductie van de Accu-Chek SmartGuide Predict App
In dit gedeelte leer je hoe je de patronen van de glucosegrafieken in de Accu-Chek SmartGuide Predict-app kunt openen en interpreteren.
1. Patroondetectie wordt bepaald door berekeningen die je glucosegegevens en de omstandigheden waaruit ze voortkomen combineren. Het is een integraal onderdeel van het beheren van je diabetes, omdat patronen in je glucosewaarden uit het verleden je kunnen helpen om toekomstige gebeurtenissen sneller en met meer zekerheid te voorspellen. Uiteindelijk is het doel een betere glykemische balans en het vermijden van kritieke situaties.
Een patroon wordt gedefinieerd als een gebeurtenis die meer dan eens voorkomt binnen dezelfde kalenderweek Patronen van de afgelopen 24 uur verschijnen in het startscherm en op het tabblad Patroon worden de actieve patronen van de afgelopen 7 dagen weergegeven. Je hebt toegang tot alle verleden patronen via datzelfde tabblad. Als er een nieuw patroon wordt gedetecteerd, verschijnt het in de app en kun je erop drukken voor meer details.
2. De app vereist voldoende gegevens om op betrouwbare wijze patronen in je glucosewaarden te detecteren, wat afhankelijk is van verschillende hoeveelheden continue glucosegegevens. Het patroon van meerdere dagelijkse lage glucosespiegels kan bijvoorbeeld al binnen de eerste 24 uur van de meting optreden, terwijl andere patronen minder frequente voorvallen meten. Bovendien kunnen maaltijdgerelateerde patronen alleen worden bepaald als je je maaltijden in de app registreert. Als er geen patronen worden gevonden, geeft de app een melding weer.
3. Op het tabblad Patroon kun je beslissen of je push-meldingen wilt ontvangen op maandag, wanneer je patronen van de afgelopen week zijn geanalyseerd.
4. Je startscherm houdt je op de hoogte van je huidige glucosetrend en toont de meest recente logboekgegevens, die een belangrijk onderdeel vormen van een goede patroondetectie.
5. Je kunt bepaalde informatie toevoegen aan je gegevensinvoer binnen de Accu-Chek SmartGuide Predict-app om de kwaliteit van de uitvoer die je ontvangt te verbeteren door meer context te bieden voor een patroon. Als details over koolhydraatinname en/of insuline-injecties worden toegevoegd aan een invoer, kunnen gegevens beter worden geanalyseerd en patronen in de toekomst beter worden herkend.
6. Als je naar een bepaald patroon kijkt, kun je algemene contextuele informatie krijgen over de frequentie en timing van dit patroon. De app biedt ook achtergrondinformatie over mogelijke redenen voor bepaalde patronen.
7. Als je een bepaald patroon kunt oplossen, verplaatst de app dit patroon naar het tabblad Verleden.
8. Patronen kunnen er heel verschillend uitzien, afhankelijk van hun frequentie en oorzaak.
9. De app biedt artikelen waarin de belangrijkste oorzaken voor verschillende patroontypen worden beschreven. Je wordt echter geadviseerd om veranderingen in therapie en gedrag altijd met je diabetesteam te bespreken.
