Volg de stappen in de app om de Accu-Chek SmartGuide-sensor aan te brengen.
Om de Accu-Chek SmartGuide-sensor aan te brengen:
1. Zorg ervoor dat je je smartphone en deze componenten bij de hand hebt:
- Een nieuwe, ongebruikte Accu-Chek SmartGuide-sensorapplicator.
- Ontsmettingsoplossing voor de bevestigingsplaats.
2. Open de Accu-Chek SmartGuide-app op je smartphone. De app biedt stapsgewijze instructies om de sensor aan te brengen, als je die nodig hebt.
Tik in het menu op CGM-sensor beheren, Nieuwe sensor koppelen, en Uitleg bekijken. Als je klaar bent om de sensor aan te brengen, tik dan op Volgende.
Als je de Accu-Chek SmartGuide-app nog niet op je telefoon hebt, scan dan deze code met je mobiele apparaat om hem te downloaden. Als je hulp nodig hebt, lees je De Accu-Chek SmartGuide-app downloaden en instellen voor meer informatie. Je smartphone moet compatibel zijn met de app om het Accu-Chek SmartGuide-systeem goed te laten werken.
3. Kies en desinfecteer een bevestigingsplaats op de achterkant van je bovenarm.
De Accu-Chek SmartGuide-sensor moet op de juiste manier op je huid worden geplaatst om continu nauwkeurige glucosemetingen te verkrijgen. Kies ook elke keer dat je de sensor vervangt een nieuwe plaats, zodat de vorige plek kan rusten en goed kan genezen.
Desinfecteer de bevestigingsplaats en laat de huid goed drogen.
4. Pak de applicator op en bekijk zijn componenten: (A) treklipje, (B) draaidop (blauwe onderkant), (C) sensorapplicator (witte bovenkant)
Trek de bovenkant van het treklipje (A) voorzichtig onder een hoek van 30–40 graden naar buiten om het te openen. Als het treklipje al geopend is, voer dit Accu-Chek SmartGuide-hulpmiddel dan af en gebruik een nieuwe.
Schroef de draaidop (B) naar links los (zie de pijl in de afbeelding) om de steriele barrière te doorbreken. Je kunt hierbij een lichte weerstand voelen. Blijf aan de dop draaien tot je een krakend geluid hoort. Maak je geen zorgen, je beschadigt het product niet; het geluid geeft alleen aan dat de verpakking nog niet eerder is geopend. Kijk naar de binnenkant van de applicator, maar raak het naaldgebied niet aan. (Als je merkt dat de sensor beschadigd is, zoals microscheurtjes, moet je het product afvoeren en een nieuwe gebruiken.) Bewaar de dop, want de code die erop gedrukt staat, wordt gebruikt om de sensor te koppelen met de app. Plaats de draaidop niet terug op de sensor nadat je hem hebt verwijderd.
5. Onthoud de bevestigingsplaatsen die je in de eerdere afbeelding hebt gezien en de plaats die je hebt gedesinfecteerd. Plaats de hand van de gedesinfecteerde arm op je tegenoverliggende schouder. Dit helpt om de huid op de bevestigingsplaats strakker te maken.
6. Houd de voorbereide sensorapplicator in je andere hand. Reik onder je arm, houd de applicator boven de gedesinfecteerde plaats en druk de sensorapplicator stevig op je huid totdat je een klik hoort.
7. Hef de sensorapplicator op zonder hem te draaien of te wiebelen.
Gebruik je vingers om de lijm glad te strijken, zodat deze goed wordt aangebracht. Je kunt de Accu-Chek SmartGuide-sensor maximaal 14 dagen dragen. Wanneer de app aangeeft dat de sensor moet worden vervangen, verwijder je het apparaat en voer je het af volgens de plaatselijke voorschriften. Lees voor meer informatie over het verwijderen van je sensor De Accu-Chek SmartGuide-sensor verwijderen en afvoeren
8. Volg de koppelingsinstructies in de Accu-Chek SmartGuide-app om het koppelen te voltooien. Je hebt de 6-cijferige pincode nodig die op de draaidop staat om de verbinding tot stand te brengen, dus bewaar deze en gooi hem niet weg tot het koppelingsproces is voltooid. Lees voor meer informatie over het koppelen van de sensor De Accu-Chek SmartGuide-sensor en -app koppelen