Laten we het eerst hebben over de onderdelen van een closed-loop-controlesysteem en hoe ze samenwerken:
- een insulinepomp die is geconfigureerd om in een closed-loop-controlesysteem te werken;
- een subcutane (onderhuidse) continue glucosemonitoring (CGM)-sensor die je glucosegehalte meet in real time;
- een algoritme dat de informatie van de glucosesensor en insulinegegevens van de pomp gebruikt, en ook andere informatie die de gebruiker geeft, om te bepalen of je meer of minder insuline nodig hebt, en de gepaste instructies doorstuurt naar de pomp;
- voor de meeste closed-loop-controlesystemen is een controller nodig om het algoritme te besturen. Een controller kan bijvoorbeeld werken op een speciaal apparaat dat lijkt op een telefoon.
In een notendop zijn de doelstellingen van closed-loop-controle de ‘time in range’ verhogen, hypoglykemie verminderen en het beheer van diabetes type 1 minder lastig maken.
Belangrijk: bij het ontwerp van closed-loop-algoritmes staat veiligheid voorop, met ingebouwde regels die voorkomen dat het systeem je langdurig geen insuline geeft of meer insuline afgeeft dan waarschijnlijk veilig is. Het is toch nog belangrijk dat je je glucosegehaltes in de gaten houdt.
Het verschil tussen closed-loop-controle en een behandeling met een pomp en een CGM is dat het algoritme veel beslissingen neemt die de persoon met diabetes (of zijn zorgverlener) anders zelf zou nemen zonder het algoritme.
Mensen die de closed-loop modus gebruiken, noemen die vaak ‘revolutionair’, ‘fantastisch’ en ‘ongelooflijk’. Als grootste specifieke verschillen vermelden veel mensen die de closed-loop modus gebruiken dat ze beter slapen1 en minder tijd besteden aan denken aan diabetes.
Als je basisinstellingen goed zijn, kan de closed-loop modus problemen ’s nachts helpen te overbruggen terwijl je slaapt - dus is de kans kleiner dat je wakker wordt door een CGM-waarschuwing (of symptomen) en ze zelf moet oplossen. Veel mensen die een closed-loop-controlesysteem hebben gebruikt, zeggen dat ze niet goed beseften hoe vaak ze ’s nachts wakker werden om diabetesproblemen op te lossen tot dat dankzij de closed-loop modus niet meer hoefde. Uitgerust opstaan,1 met je glucosegehalte op peil, is een fantastische manier om je dag te beginnen.
Veel mensen die een closed-loop-controlesysteem gebruiken, zeggen ook dat ze minder vaak aan diabetes denken.2 Met een pomp en een CGM is het soms lastig en tijdrovend om te beslissen of je na een maaltijd een correctiedosis insuline moet geven als je nog wat insuline over hebt. Een closed-loop-controlesysteem zal je daarbij helpen omdat het voortdurend je glucosegehalte controleert en zal automatisch beslissen wanneer er meer of minder insuline nodig is. Studies waarin closed-loop-controlesystemen werden vergeleken met behandeling met een sensorgestuurde pomp tonen aan dat de glucose beter onder controle is.3
Op medisch vlak kunnen closed-loop-systemen de kans verhogen dat iemand de strikte glucosestreefwaarden haalt die worden aangeraden in klinische richtlijnen (bv. >70 % van de tijd tussen 70 en 180 mg/dl of 3,9 en 10,0 mmol/l).1 Uit studies met closed-loop-controlesystemen blijkt ook dat de tijd in hypoglykemie minder is dan met een pomp en een afzonderlijke glucosesensor.1 Er is ook bewijs dat het gebruik van closed-loop-controlesystemen gepaard gaat met een betere levenskwaliteit (voornamelijk omdat de patiënt beter slaapt en minder denkt aan diabetes).1
Wat gebeurt er als een closed-loop-controlesysteem iets niet kan oplossen? Als je CGM werkt, zal je nog altijd een CGM-waarschuwing krijgen en moet je het probleem manueel oplossen (bv. snel werkende koolhydraten innemen als je glucosewaarde te laag is). En als je CGM het laat afweten, krijg je een waarschuwing zodat je dat in orde kan brengen. Veiligheid voorop!