Bespreek zeker eerst en vooral met je diabeteszorgteam wat er verkrijgbaar is en wat zou passen bij jouw doelstellingen voor diabetesbeheer.
Als je een closed-loop-controlesysteem - of misschien meer dan één - in gedachten hebt, bespreek dan met je diabeteszorgteam wat er anders kan zijn met een closed-loop-controlesysteem dan met je huidige hulpmiddelen. Als je bijvoorbeeld iets eet dat meestal wat tijd vraagt om volledig te verteren (zoals pizza), zal je in een closed-loop-controlesysteem misschien een absorptietijd voor het voedsel kiezen in plaats van een tijd voor de verlengde portie van een combinatiebolus in te stellen. Je kan eventueel een diëtist raadplegen om de absorptietijden van verschillende voedingsmiddelen die je regelmatig eet te bespreken, want die informatie heb je nodig voor je closed-loop-controlesysteem.
Zorg ook dat je weet hoe je je diabetesgegevens kan delen met je diabetesteam en hoe je ze thuis kan inkijken. Net als klassieke insulinepompen zijn closed-loop-controlesystemen geen systemen die je één keer instelt en daarna mag vergeten. Closed-loop-controlesystemen leveren ook meer gegevens dan klassieke pomptherapie met of zonder een CGM, en dat is fantastisch – maar kan technisch wat moeilijk zijn. Zorg dat je computer en/of smartphone zo zijn ingesteld dat je de informatie kan delen die je diabetesteam nodig heeft om suggesties te kunnen doen. Maak dat je kunt samenwerken met je team om je resultaten te analyseren: na verloop van tijd zal je net als met een klassieke pomp mogelijk je instellingen zelf willen verfijnen na controle van je gegevens.