Wanneer heb je zwangerschapsdiabetes en hoe ga je ermee om?
Ontwikkel je diabetes tijdens de zwangerschap? Dan noemen we dat zwangerschapsdiabetes. Volgens Diabetesvereniging Nederland krijgt maar liefst één op de tien vrouwen hiermee te maken. Maar wanneer heb je precies zwangerschapsdiabetes en hoe ga je hier het beste mee om? Je leest het in dit artikel!
Wanneer heb je zwangerschapsdiabetes?
Door hormonale factoren is een zwangere vrouw minder gevoelig voor insuline. In de meeste gevallen compenseert het lichaam dit zelf door meer insuline aan te maken. Is dit niet het geval? Dan spreken we van zwangerschapsdiabetes. Zwangerschapsdiabetes ontstaat in het tweede trimester. Screening vindt daarom plaats tussen week 24 en 28. Bij een eerder doorgemaakte zwangerschapsdiabetes wordt al in de 16de – 18de week onderzoek gedaan naar zwangerschapsdiabetes.* Ja, je leest het goed. In tegenstelling tot type 1 en 2, is deze vorm van diabetes maar tijdelijk. Zodra het kind geboren is en de placenta is verwijderd, herstelt het lichaam zich en nemen de symptomen af. Wel heeft de moeder 50% meer kans op het ontwikkelen van type 2 diabetes volgens het Universitair Ziekenhuis Leuven.
De gevaren voor moeder en kind
Laten we vooropstellen dat zwangerschapsdiabetes goed te behandelen is en dat je zeker een gezond kindje kunt krijgen. De kleine loopt geen extra risico op aangeboren afwijkingen.
Wel is het goed om te weten dat de diagnose soms kan leiden tot een zware baby, waardoor een keizersnede niet te vermijden is bij de bevalling. Ook heeft de moeder soms last van een te hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap. Maar wanneer loop je nu risico op het ontwikkelen van deze diagnose?
Lees ook: De gevolgen van diabetes
Wie loopt risico?
Een aantal factoren hebben invloed op de ontwikkeling van deze tijdelijke vorm van diabetes.
- Je hebt het al eerder gehad bij een vorige zwangerschap
- Eén van je ouders, broer(s) of zus(sen) heeft type 2
- Je BMI is voor de zwangerschap al hoger dan 30
- Je kreeg eerder een kindje dat zwaarder woog dan 4.500 gram
- Bepaalde etnische groepen
- Gestoorde glucosewaarde in het 1ste trimester en eerder doorgemaakte zwangerschapsdiabetes
Weet je dat je extra risico loopt? Dan is het altijd verstandig om een test aan te vragen. Met de glucose tolerantietest (GTT) krijg je een suikerdrankje waarmee wordt vastgesteld of je lichaam wel of niet genoeg insuline aanmaakt. Twee uur later wordt je bloedglucosewaarde gemeten. Wanneer deze waarde hoger is dan 7,8 mmol/l, spreken we van zwangerschapsdiabetes.
Ik heb zwangerschapsdiabetes, wat nu?
Het is even schrikken als je de diagnose krijgt, maar gelukkig kun je er zelf veel aan doen. Volgens het Diabetes Fonds krijgen vrouwen in dit geval vaak het advies om producten die veel suiker bevatten te laten staan. Ook wordt ze gevraagd om de koolhydraten die ze binnenkrijgen over de gehele dag te verdelen. In 80-90% van de gevallen krijg je een dieet- en beweegadvies. De overige 10-20% heeft glucose verlagende medicijnen nodig (insuline).
Om te controleren hoe hoog je bloedglucosewaarden zijn, voer je minstens twee dagen in de week op verschillende momenten een meting uit. Blijkt dat je waarden toch nog te hoog zijn? Dan moet je insuline spuiten om je bloedsuiker weer op peil te krijgen.
50% meer kans op type 2
Hoewel deze diagnose dus goed te behandelen is, heeft de moeder hierdoor wel 50% meer kans op het ontwikkelen van type 2. Laat om deze reden je bloedglucosewaarden elk jaar meten bij je huisarts. In de tussentijd kun je zelf ook veel doen om type 2 uit te stellen of zelfs helemaal te voorkomen. Benieuwd hoe? Lees in een eerdere blog over prediabetes hoe je met een gezonde leefstijl ervoor kunt zorgen dat je geen type 2 ontwikkelt.
*Bron: Koninklijke Nederlandse organisatie van de verloskunde factsheet
