Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
hamburger overlay

Drie dingen over diabetes waar ik vrij laat achter kwam

 

Op een gegeven moment verwacht je alles wel te weten. Zeker na meerdere jaren door het leven te gaan met diabetes type 1. Je leeft er tenslotte 24/7 mee en daardoor krijg je al snel het idee dat je alles inmiddels weet. Toch blijkt dat er altijd nog weer iets nieuws te leren is. Zelfs als je chronisch ziek bent. Zo zijn er een aantal dingen over diabetes waar ik pas vrij laat achter kwam. Het had mij kunnen helpen als ik mij die dingen eerder had gerealiseerd. Maar: beter laat, dan nooit. En misschien kan het jou ook helpen.

Dextro wordt niet opgenomen door je maag

Wanneer ik een hypo heb, eet ik wat Dextro zodat mijn bloedglucose weer stijgt. Over het hoe en wat en de precieze werking heb ik eigenlijk nooit echt nagedacht. Jammer, want door te begrijpen hoe het werkt, is het een stuk eenvoudiger om jezelf uit een hypo te krijgen. Belangrijkste takeaway: Dextro, ook wel druivensuiker genoemd, wordt niet door je lichaam opgenomen in je mond of in je maag. Dit gebeurt pas in je dunne darm. Gelukkig is dit na je maag gelijk het eerstvolgende station.

Je maag heeft best wel even de tijd nodig om eten te verwerken. Zeker in een situatie waarin je net hebt gegeten, kan het lastig zijn om uit een hypo te komen. Je maag zit tenslotte vol. Door iets te drinken, zorg je ervoor dat de suikers alsnog relatief snel je dunne darm bereiken. Daarom drink ik nu bij het innemen van Dextro ook altijd wat water, om zo het opnameproces te versnellen. Nog efficiënter is om pakjes appelsap achter de hand te hebben. Ieder pakje bevat zo’n 12 gram koolhydraten; gelijk aan 4 á 5 tabletten Dextro.

Een inconsistente koolhydraatinname werkt niet bevorderlijk

De ene dag had ik een dagtotaal van meer dan 250 gram koolhydraten en de volgende dag zat ik op 75. Dat is nogal een verschil. Deze schommelingen maken het heel erg lastig om de juiste instellingen te vinden voor het managen van mijn bloedglucose. En dat zijn nogal wat instellingen. Het is namelijk meer dan alleen koolhydraatratio’s. Daarmee bepalen we hoeveel insuline er op welk moment tegen welke hoeveelheid koolhydraten moet worden toegediend. Maar er zijn ook verschillende insulinegevoeligheden. Daarmee bepalen we hoeveel insuline er nodig is om de huidige bloedglucosewaarde te corrigeren. Tot slot hebben we misschien nog wel de meest lastige van allemaal: de basaal, waarmee we de continue insulineafgifte bepalen.

Je kunt je voorstellen dat deze instellingen nogal kunnen verschillen. Zeker als je de ene dag 250 gram koolhydraten eet en de volgende dag slechts 75 gram koolhydraten. Daarom heb ik voor mijzelf besloten om meer consistent te zijn in mijn dagelijkse koolhydraatinname. Namelijk: het eten van 100 - 150 gram koolhydraten per dag. Hierdoor merk ik dat mijn bloedglucosewaarde een stuk stabieler is; wat ook een betere basis biedt voor het optimaliseren en aanpassen van mijn instellingen. 

Glucagon bevat geen glucose

In mijn koelkast ligt een oranje doosje met daarin een GlucaGen injectiespuit. “Die kun je gebruiken in geval van nood”, is mij verteld. Als ik door een ernstige hypo buiten bewustzijn raak, dan is deze injectiespuit mijn 'redder in nood'. Het is daarbij wel noodzaak dat ik op dat moment niet alleen thuis ben, maar dat is een ander verhaal. Een hypo los je op met Dextro. Daardoor ben ik er altijd vanuit gegaan dat de GlucaGen injectiespuit niets meer is dan een glucoseoplossing. Maar dat is dus niet zo.

De injectiespuit bevat het stofje glucagon: een hormoon dat het tegenovergestelde doet van insuline. Glucagon zorgt er namelijk voor dat je bloedglucose stijgt, in plaats van daalt. Het verhaal rondom GlucaGen en glucagon wordt vooral ingewikkeld gemaakt doordat alle benamingen zo op elkaar lijken. Samengevat is dit hoe het werkt: je lever is in staat om een beetje glucose voor je achter de hand te houden. Deze glucose wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen. Vervolgens zijn er twee hormonen die ervoor kunnen zorgen dat je lever het glycogeen weer omzet in glucose. Namelijk: glucagon en adrenaline.

Waarom is dit nu zo belangrijk om te weten?

Indien je een glucagon injectie toegediend krijgt, doet je lichaam maar één ding. Het zorgt ervoor dat de glucosereserve vanuit je lever wordt vrijgegeven. Maar… dan moet deze reserve er wel zijn, én moet je lever in staat zijn om bij te springen. Dit betekent dat als jouw lever druk bezig is om alcohol af te breken, de glucagon injectie geen verschil maakt.

Helaas geldt dit ook voor een aantal andere situaties, zoals: na intensief sporten, meerdere hypo's of een stressvolle situatie. Daardoor kan het zijn dat de glucosereserve vanuit je lever al vergeven is. Het klinkt misschien beangstigend, maar dat is wat deze kennis daardoor extra essentieel maakt. Het is belangrijk om daarom altijd direct medische hulp in te schakelen en niet alleen te vertrouwen op de injectie.

 

 

 

Share

Filed under: